Triconex 3805E analoge uitgangsmodules

Triconex 3805E analoge uitgangsmodules

Een analoge uitgangsmodule (AO) ontvangt uitgangssignalen van de hoofdprocessormodule op elk van de drie kanalen. Vervolgens wordt over elke set gegevens gestemd en wordt een gezond kanaal geselecteerd om de acht uitgangen aan te sturen. De module bewaakt zijn eigen stroomuitgangen (als ingangsspanningen) en onderhoudt een interne spanningsreferentie om zelfkalibratie en informatie over de modulestatus te verschaffen.

Elk kanaal op de module heeft een stroom-loopback-circuit dat de nauwkeurigheid en aanwezigheid van het analoge signaal verifieert, onafhankelijk van de aanwezigheid van belasting of kanaalselectie. Het ontwerp van de module voorkomt dat niet-geselecteerde kanalen analoge signalen het veld in sturen. Bovendien wordt er op elk kanaal en circuit van de module een continue diagnose uitgevoerd. Elke diagnostische fout deactiveert het defecte kanaal en activeert de foutindicator, die op zijn beurt het chassisalarm activeert. De modulefoutindicator geeft alleen een kanaalfout aan, geen modulefout. De module blijft normaal werken, zelfs als twee kanalen uitvallen. Open-lusdetectie wordt verzorgd door de belastingsindicator, die wordt geactiveerd als de module niet in staat is stroom naar een of meer uitgangen te sturen.

De module levert redundante lusvoeding met aparte voedings- en zekeringindicatoren (aangeduid als PWR1 en PWR2). Externe lusvoeding voor de analoge uitgangen moet door de gebruiker worden geleverd. Elke analoge uitgangsmodule heeft maximaal 1 ampère bij 24-42,5 volt nodig. De belastingsindicator wordt geactiveerd als er een open lus wordt gedetecteerd op een of meer uitgangspunten. PWR1 en PWR2 gaan branden als er kringvoeding aanwezig is. De 3806E High Current (AO)-module is geoptimaliseerd voor turbomachinetoepassingen.

De analoge uitgangsmodules ondersteunen hot-standby-functionaliteit, waardoor online vervanging van een defecte module mogelijk is.

De analoge uitgangsmodules vereisen een afzonderlijk extern klemmenbord (ETP) met een kabelinterface naar de Tricon-backplane. Elke module is mechanisch gecodeerd om onjuiste installatie in het geconfigureerde chassis te voorkomen.